Aan het Plaza de la Reina vindt je La Seu, zoals de kathedraal van Valencia ook wel wordt genoemd. De kathedraal is ook bekend onder de naam Catedral de Santa María, Cathedral de Valencia.
De bouw van de kerk
De beginselen van deze kathedraal gaan terug tot in de Romeinse Tijd. Op de plaats waar nu de kathedraal staat, bevond zich oorspronkelijk een Romeinse tempel gewijd aan Diana, de godin van de jacht. Na de val van het Romeinse Rijk bouwden de Visigoten een kerk op deze plek. Tijdens de Moorse overheersing van Valencia (714-1238) hebben Moren deze Visigotische kerk omgebouwd tot een moskee. Valencia stond toen bekend als Balansiya.
In 1238 heroverde Koning Jaume I van Aragon Valencia op de Moren en schonk de moskee aan de katholieke kerk. Kort daarna begon men met de bouw van de kathedraal. De bouw van de huidige kathedraal begon in 1262 op de plaats van de voormalige moskee. In 1418 is de klokkentoren El Miguelete erbij gebouwd. Na het beklimmen van 207 treden heb je een prachtig uitzicht over de stad.
Het museum in de kerk
Als je de kerk binnenloopt richting het indrukwekkende altaar dan heb je halverwege de kerk aan je rechterhand een smalle toegang tot het museum van de kerk. Dit is zeker een must visit. Behalve de vele kunstschatten die je op de begane grond en eerste verdieping vindt kan je ook afdalen naar beneden. In een ruimte onder de kerk is zichtbaar aan de hand van diverse nummers dat de fundering deels Romeins, Visgotisch, Moors en Katholiek is. Het geeft een goed inzicht hoe door de jaren heen de kerk is gebouwd op oudere funderingen. De bouw van de kathedraal was overwegend Gotisch, maar werd in de 16e eeuw en 17e eeuw uitgebreid met Renaissance-elementen en Barokke-elementen. In de kerk zijn diverse schilderijen van onder andere de bekende artiest Goya te vinden.
Belangrijke Artefacten en Relieken
In de kerk zijn diverse schilderijen van onder andere de bekende artiest Goya te vinden, maar het belangrijkste object in de kathedraal waar een ieder ook de kathedraal voor bezoekt is de “Heilige Graal”. De 17 cm hoge kelk is gemaakt van agaat en ondersteund door een voetstuk van goud en onyx. Uit de kelk zou Jezus tijdens het laatste avondmaal gedronken hebben. Volgens de legende werd de Graal naar Spanje gebracht door de christelijke volgelingen van Sint-Petrus. Hij zou in verschillende kloosters in de Pyreneeën zijn bewaard voordat hij uiteindelijk naar Valencia kwam.
De Graal zou in de middeleeuwen in bezit zijn geweest van de koningen van Aragón, die hem in de 14e eeuw aan de kathedraal van Valencia schonken. De kelk bevindt zich sinds de 15e eeuw in de Heilige Graalkapel. De kelk viel kapot in 1785 maar is toch weer prachtig opgelapt. Als je de kerk binnenkomt bij de kassa, dan is de “Heilige Graal” kapel direct rechts.
Architectonische Kenmerken
Behalve het interieur is ook zeker de buitenkant van de kathedraal indrukwekkend. De kathedraal heeft drie indrukwekkende poorten, elk in een andere stijl: de Puerta de los Apóstoles (gotisch), de Puerta del Palau (romaanse) en de Puerta de los Hierros (barok). De Puerta de los Apóstoles is de toegang naar Plaza de la Virgin. De in de 14e eeuw gebouwde toegang is versierd met de 12 apostelen. De Puerta del Palau is een uitgang dat uitkomt op Plaza de la Almoina en de laatste toegang is huidige hoofdtoegang en ook nog de enige toegang die open is om momenteel binnen te komen.
Voor openingstijden en toegangsprijzen kan je de officiële site bezoeken.
Wil je meer weten over Valencia en omgeving ? Lees dan ook onze reisblogs:
